Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
zag ik hoe je mijn eerste tekening op de koelkast hing
en ik wilde al dadelijk een volgende tekening maken.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
zag ik hoe je met de katten knuffelde
en ik leerde dat het goed is om lief te zijn voor dieren.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
zag ik hoe je mijn lievelingseten klaarmaakte
en voelde ik dat kleine dingen heel bijzonder kunnen zijn.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
zag ik hoe jij iemand achterna ging die iets had laten vallen
en leerde ik wat behulpzaamheid is.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
voelde ik de nachtzoen die je me gaf en voelde ik mij geliefd en gekoesterd.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
zag ik hoe er tranen over je wangen biggelden en ik leerde
dat het leven soms pijn kan doen
en dat het niet verkeerd is om dan te huilen.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek,
keek ik juist heel nauwkeurig toe en ik leerde zoveel van jou.
Terwijl jij dacht dat ik niet keek.
Gebaseerd op een gedicht van Mary Rita Schilke Korzan uit 1980